Erik Erikson was een bekende psycholoog en psychoanalyticus die een theorie ontwikkelde over de psychosociale ontwikkeling van mensen. Deze theorie beschrijft acht verschillende stadia van de ontwikkeling, waarbij elk stadium wordt gekenmerkt door een specifieke psychosociale crisis die moet worden opgelost om een gezonde persoonlijkheidsontwikkeling mogelijk te maken.
De acht stadia van Erikson’s psychosociale ontwikkeling zijn:
Vertrouwen versus wantrouwen: Dit stadium beslaat de eerste levensfase, vanaf de geboorte tot ongeveer 18 maanden. Het gaat erom of het kind een gevoel van vertrouwen of wantrouwen ontwikkelt ten opzichte van de wereld en de mensen om hem heen.
Autonomie versus schaamte en twijfel: Dit stadium beslaat de peuter- en kleuterjaren, van 18 maanden tot 3 jaar. Het gaat erom dat het kind een gevoel van autonomie ontwikkelt en in staat is om zelfstandig dingen te doen, zonder zich beschaamd of onzeker te voelen.
Initiatief versus schuld: Dit stadium beslaat de kleuter- en lagere schooljaren, van 3 tot 6 jaar. Het gaat erom dat het kind leert initiatief te nemen en actief deel te nemen aan de wereld om hem heen, zonder zich schuldig te voelen.
Vlijt versus minderwaardigheid: Dit stadium beslaat de lagere schooljaren, van 6 tot 11 jaar. Het gaat erom dat het kind leert hard te werken en vaardigheden te ontwikkelen, zonder zich minderwaardig te voelen.
Identiteit versus identiteitsverwarring: Dit stadium beslaat de adolescentie, van 12 tot 18 jaar. Het gaat erom dat het individu een gevoel van eigen identiteit ontwikkelt en leert wie hij is en wat hij wil in het leven.
Intimiteit versus isolatie: Dit stadium beslaat de vroege volwassenheid, van 18 tot 35 jaar. Het gaat erom dat het individu een gevoel van verbondenheid ontwikkelt en leert om intieme relaties aan te gaan met anderen.
Generativiteit versus stagnatie: Dit stadium beslaat de volwassenheid, van 35 tot 60 jaar. Het gaat erom dat het individu leert om bij te dragen aan de maatschappij en anderen te helpen, zonder te stagneren.
Integriteit versus wanhoop: Dit stadium beslaat de late volwassenheid en ouderdom, vanaf 60 jaar. Het gaat erom dat het individu een gevoel van voldoening en tevredenheid vindt in het leven en een gevoel van integriteit ontwikkelt, in plaats van wanhoop of spijt.
Elk van deze acht stadia vertegenwoordigt een psychologische crisis die het individu moet oplossen om te kunnen groeien en zich te ontwikkelen. Als de crisis succesvol wordt opgelost, kan dit leiden tot een gezonde persoonlijkheidsontwikkeling en het vermogen