Er zijn vijf belangrijke factoren die het klimaat van een bepaald gebied bepalen: breedteligging, hoogteligging, luchtstromingen, afstand tot de zee en oceanische stromingen. Deze factoren hebben invloed op de hoeveelheid zonlicht en warmte die een bepaald gebied ontvangt, de hoeveelheid vocht in de atmosfeer en de luchtstromingen die het klimaat beïnvloeden.
Van deze vijf factoren zijn breedteligging, hoogteligging en luchtstromingen de drie belangrijkste factoren die het klimaat van een bepaald gebied bepalen. Hieronder worden deze drie factoren verder toegelicht:
Breedteligging: De breedteligging van een gebied bepaalt de hoeveelheid zonlicht en warmte die het ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar ontvangen meer zonlicht en warmte dan gebieden dichter bij de polen. Dit komt doordat de aarde rond is en de zonnestralen het aardoppervlak onder een hoek raken, waardoor de hoeveelheid zonlicht en warmte die een bepaald gebied ontvangt, afhangt van de hoek waaronder de zonnestralen het gebied raken. Dit is de belangrijkste factor die het temperatuurbereik van een gebied bepaalt.
Hoogteligging: Hoogteligging heeft invloed op het klimaat doordat de lucht op grotere hoogte dunner is en minder warmte vasthoudt. Dit betekent dat temperaturen op hogere hoogtes lager zijn dan op lagere hoogtes. Dit heeft ook invloed op de hoeveelheid neerslag die een gebied ontvangt, omdat de lucht op hogere hoogtes afkoelt en condenseert, waardoor het water in de lucht als neerslag naar beneden valt.
Luchtstromingen: Luchtstromingen zijn de bewegingen van lucht van hoge naar lage drukgebieden. Dit heeft invloed op het klimaat doordat luchtstromingen warmte en vocht van de ene plaats naar de andere plaats brengen. Bijvoorbeeld, als warme lucht van de evenaar opstijgt en afkoelt op grote hoogte, kan het als neerslag naar beneden vallen op hogere breedtegraden. Dit kan leiden tot verschillende neerslagpatronen in verschillende delen van de wereld.
Andere factoren, zoals afstand tot de zee en oceanische stromingen, kunnen ook het klimaat beïnvloeden. Deze factoren hebben invloed op de hoeveelheid vocht in de lucht en de luchtstromingen die het klimaat bepalen. Samen bepalen deze vijf factoren het klimaat van een bepaald gebied.