Een figuur heeft 1 symmetrieas als er één lijn is waardoor de figuur gespiegeld kan worden, zodat de figuur zichzelf overlapt. De figuur is dan symmetrisch ten opzichte van die lijn. Een voorbeeld van een figuur met 1 symmetrieas is een gelijkbenige driehoek, waarbij de symmetrieas de lijn van de hoogte is die door het topje van de driehoek gaat en de basis precies in twee gelijke delen verdeelt.