De Zwitserse ontwikkelingspsycholoog Jean Piaget heeft een theorie ontwikkeld over de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Deze theorie beschrijft vier stadia van de ontwikkeling van het denken en het begrijpen van kinderen, die elkaar opvolgen in een vaste volgorde.
Het sensomotorische stadium: Dit stadium vindt plaats vanaf de geboorte tot ongeveer 2 jaar. In deze fase verkennen kinderen de wereld door middel van hun zintuigen en beweging. Ze leren objectpermanentie, wat betekent dat ze begrijpen dat objecten nog steeds bestaan, ook al zijn ze niet langer zichtbaar.
Het pre-operationele stadium: Dit stadium vindt plaats tussen de leeftijd van 2 en 7 jaar. In dit stadium leren kinderen symbolisch denken, wat betekent dat ze begrijpen dat woorden en symbolen betekenis hebben en kunnen worden gebruikt om objecten en gebeurtenissen te beschrijven. Echter, hun denken is nog steeds egocentrisch en concreet, en ze hebben moeite om verschillende perspectieven te begrijpen.
Het concreet-operationele stadium: Dit stadium vindt plaats tussen de leeftijd van 7 en 12 jaar. In dit stadium leren kinderen abstract denken en begrijpen ze de wet van behoud. Ze kunnen ook logisch redeneren en begrijpen oorzaak en gevolg.
Het formeel-operationele stadium: Dit stadium vindt plaats vanaf de leeftijd van 12 jaar en verder. In dit stadium leren kinderen abstract redeneren en hypothetisch denken. Ze kunnen complexe problemen oplossen en denken over toekomstige mogelijkheden en consequenties.
Piaget geloofde dat elk kind door deze vier stadia van cognitieve ontwikkeling gaat in een vaste volgorde, maar op zijn of haar eigen tempo. Het begrijpen van de theorie van Piaget kan ouders, opvoeders en andere professionals helpen om kinderen beter te begrijpen en hen te begeleiden bij hun cognitieve ontwikkeling.