De 5 klimaatfactoren zijn:
Breedteligging: de afstand van een plaats tot de evenaar, bepaalt de hoeveelheid zonnestraling die op een bepaalde plaats valt.
Hoogteligging: hoger gelegen gebieden hebben vaak lagere temperaturen door de dunnere lucht en de hoogte van de zon boven de horizon.
Afstand tot de zee: plaatsen die verder landinwaarts liggen hebben vaak een continentaal klimaat, terwijl plaatsen dichter bij de kust een zeeklimaat hebben. De zee heeft namelijk een temperende invloed op de temperatuur en zorgt voor meer neerslag.
Winden: de richting en kracht van de winden bepalen hoeveel vochtige lucht en regen een gebied ontvangt. Ook kan de wind richting de temperatuur beïnvloeden.
Oceanische stromingen: warme en koude zeestromingen hebben een grote invloed op het klimaat en weerpatronen in een gebied.