Er zijn drie belangrijke klimaatzones op aarde die zijn gebaseerd op de breedteligging van een gebied: de tropen, de gematigde zone en de polen. Hieronder worden deze drie klimaatzones verder toegelicht:
Tropen: De tropen liggen tussen de Kreeftskeerkring (23,5 graden noorderbreedte) en de Steenbokskeerkring (23,5 graden zuiderbreedte). Deze regio’s hebben het hele jaar door hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid, met veel neerslag. In deze zone zijn er verschillende soorten tropische klimaten, afhankelijk van de hoeveelheid neerslag en de seizoensgebondenheid ervan.
Gematigde zone: De gematigde zone ligt tussen de Kreeftskeerkring en de Noordpoolcirkel (66,5 graden noorderbreedte), en tussen de Steenbokskeerkring en de Zuidpoolcirkel (66,5 graden zuiderbreedte). Dit gebied heeft vier seizoenen en temperaturen die variëren van koel tot warm, afhankelijk van het seizoen. Er zijn verschillende soorten gematigde klimaten, waaronder maritiem, mediterraan, continentaal en subarctisch.
Polen: De poolgebieden liggen boven de Noordpoolcirkel en onder de Zuidpoolcirkel. Deze gebieden hebben extreem koude temperaturen, met weinig of geen vegetatie. De polaire klimaten zijn onderverdeeld in twee subtypes: de polaire toendra (ET) en de polaire ijskap (EF).
Deze drie klimaatzones worden bepaald door de breedteligging van een gebied en hebben elk hun eigen kenmerken. De klimaatzone van een bepaald gebied is een belangrijke factor die bepaalt welke planten en dieren er kunnen overleven, en welke soorten landbouw mogelijk zijn. Het begrijpen van de klimaatzones is dan ook essentieel voor het bestuderen van de geografie en ecologie van de aarde.