Een scheidingsteken (delimiter) in Excel is een speciaal teken dat wordt gebruikt om cellen te scheiden in afzonderlijke kolommen. Dit is handig wanneer u gegevens heeft die in één cel staan, maar u de gegevens in afzonderlijke kolommen wilt verdelen. Bijvoorbeeld, als u een Excel-werkblad heeft met een lijst van namen en e-mailadressen in één kolom, kunt u een scheidingsteken gebruiken om de voornaam, achternaam en e-mailadressen in afzonderlijke kolommen te plaatsen.
De meest voorkomende scheidingstekens in Excel zijn de komma, het puntkomma, de spatie, de tab en de dubbele punt. U kunt een scheidingsteken selecteren wanneer u gegevens importeert in Excel, of u kunt een scheidingsteken gebruiken om gegevens in afzonderlijke kolommen te scheiden met de functie ‘Tekst naar kolommen’ van Excel. Om dit te doen, moet u het volgende doen:
Selecteer de cellen die u wilt scheiden.
Klik op het tabblad ‘Gegevens’ in het lint van Excel.
Klik op ‘Tekst naar kolommen’.
Selecteer ‘Gescheiden’ en klik op ‘Volgende’.
Selecteer het scheidingsteken dat u wilt gebruiken en bekijk een voorbeeld van de gegevens.
Klik op ‘Volgende’ en kies het gegevenstype voor elke kolom.
Klik op ‘Voltooien’ en Excel zal de gegevens in afzonderlijke kolommen scheiden.
Het gebruik van scheidingstekens in Excel kan u helpen om grote hoeveelheden gegevens efficiënter te beheren en te analyseren. Door gegevens in afzonderlijke kolommen te plaatsen, kunt u bijvoorbeeld eenvoudig sorteren en filteren op specifieke criteria, waardoor het gemakkelijker wordt om zinvolle informatie uit uw gegevens te halen.