Concreet taalgebruik verwijst naar taal die specifiek en duidelijk is, en die gericht is op direct waarneembare details en feiten. Het gaat om taalgebruik dat gebaseerd is op zintuiglijke waarneming en concrete ervaringen, en dat vermijdt om vaag of abstract te zijn.
In concreet taalgebruik worden woorden en uitdrukkingen gebruikt die duidelijk zijn in hun betekenis en die het voor de luisteraar gemakkelijk maken om zich een beeld te vormen van wat er bedoeld wordt. Dit omvat bijvoorbeeld het vermijden van algemene en abstracte termen en het gebruik van specifieke, concrete woorden om een idee over te brengen. Bijvoorbeeld, in plaats van te zeggen “ik ben boos”, kan iemand met concreet taalgebruik zeggen “mijn vuisten zijn gebald en ik voel een strakke spanning in mijn borst”.
Concreet taalgebruik kan vooral belangrijk zijn in situaties waarin het van belang is om duidelijk te communiceren, zoals in de gezondheidszorg, bij het geven van instructies of in juridische zaken. Het vermijden van vaag of abstract taalgebruik kan bijvoorbeeld helpen om misverstanden te voorkomen en om ervoor te zorgen dat de boodschap duidelijk wordt begrepen.
Daarnaast kan concreet taalgebruik ook helpen om de aandacht te richten op specifieke details en om het begrip te verbeteren. Dit kan nuttig zijn bij het onderwijzen van complexe concepten, het uitleggen van moeilijke ideeën en het betrekken van anderen bij een discussie of presentatie.