Staal wordt gehard om het harder en sterker te maken. Door het hardingsproces wordt de interne structuur van het staal veranderd, waardoor het beter bestand is tegen slijtage, krassen en breken. Dit wordt bereikt door het staal eerst te verhitten tot een bepaalde temperatuur en vervolgens snel af te koelen in water, olie of lucht, afhankelijk van het gewenste resultaat. Hierdoor ontstaan er in het staal kleine en harde deeltjes die bekend staan als martensiet. Het geharde staal is sterker en duurzamer, maar tegelijkertijd ook brosser. Dit betekent dat het minder flexibel is en meer vatbaar voor breuken en scheuren.