Er zijn verschillende manieren om organisatiestructuren in te delen, en afhankelijk van de bron kunnen er verschillende aantallen en soorten structuren worden genoemd. Over het algemeen worden de volgende vijf veelvoorkomende organisatiestructuren onderscheiden:
Functionele structuur: hierbij zijn de medewerkers ingedeeld op basis van de functies die ze vervullen binnen de organisatie. Er is bijvoorbeeld een afdeling marketing, een afdeling financiën en een afdeling productie.
Divisionele structuur: deze structuur wordt gebruikt wanneer een organisatie meerdere productlijnen heeft. Elke productlijn wordt dan beheerd door een aparte divisie.
Matrixstructuur: bij deze structuur werken medewerkers in teams die zijn samengesteld uit verschillende afdelingen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een projectteam waarin medewerkers van de afdelingen marketing, productie en financiën samenwerken.
Platstructuur: hierbij zijn er weinig tot geen hiërarchische niveaus en hebben medewerkers veel autonomie en verantwoordelijkheid. Dit wordt vaak gebruikt in kleine organisaties en start-ups.
Netwerkstructuur: hierbij werkt de organisatie samen met externe partijen, zoals leveranciers en klanten, om producten of diensten te leveren. De organisatie zelf heeft weinig tot geen werknemers en fungeert voornamelijk als coördinator van de samenwerking tussen de verschillende partijen.