Een neuron is een cel in het zenuwstelsel die signalen ontvangt, verwerkt en doorstuurt. Een typisch neuron bestaat uit een cellichaam, dendrieten en een axon. Het cellichaam bevat de kern en de meeste organellen van de cel, en de dendrieten zijn de korte vertakkingen die signalen ontvangen van andere neuronen. Het axon is een lange uitloper van het cellichaam die signalen van het cellichaam naar andere neuronen overbrengt.
Een neuron communiceert met andere neuronen door middel van elektrische en chemische signalen. Wanneer een signaal via de dendrieten bij het cellichaam komt, kan er een actiepotentiaal worden opgewekt, een elektrische impuls die langs het axon naar de synapsen wordt geleid. Aan het einde van het axon bevinden zich synapsen, de ruimte tussen twee neuronen waar chemische signalen, neurotransmitters genaamd, worden afgegeven. De neurotransmitters binden zich aan receptoren op de dendrieten van de volgende neuron en initiëren zo een nieuwe elektrische impuls.
Het proces van het ontvangen, verwerken en doorsturen van signalen door neuronen is de basis van de werking van het zenuwstelsel en stelt organismen in staat om te reageren op hun omgeving.