In Excel kunt u eenvoudig doornummeren door de vulgreep te gebruiken. De vulgreep is een klein vierkantje in de rechterbenedenhoek van de actieve cel. Hieronder staan de stappen om in Excel te doornummeren:
Typ het eerste nummer in de eerste cel waarin u wilt doornummeren.
Typ het tweede nummer in de cel daarnaast of eronder, afhankelijk van de richting waarin u wilt doornummeren.
Selecteer de twee cellen waarin u de nummerreeks hebt ingevoerd.
Beweeg de muisaanwijzer over de vulgreep in de rechterbenedenhoek van de actieve cel totdat de cursor verandert in een zwart kruisje.
Klik op de vulgreep en sleep deze naar beneden of naar rechts, afhankelijk van de richting waarin u wilt doornummeren. U kunt de vulgreep ook naar boven of naar links slepen om af te tellen.
Laat de muisknop los wanneer u het einde van het bereik hebt bereikt.
Excel zal nu de nummers doornummeren in de geselecteerde cellen op basis van het patroon dat u hebt ingevoerd. Het kan bijvoorbeeld doornummeren als 1, 2, 3, 4, 5 of als 10, 20, 30, 40, 50, afhankelijk van de invoer en de richting van de vulgreep.
Als u wilt doornummeren met aangepaste stapwaarden, kunt u de vulgreep ook gebruiken in combinatie met de toetsen Ctrl en Shift. Door Ctrl ingedrukt te houden terwijl u sleept, kunt u de stapwaarde aanpassen en door Shift ingedrukt te houden, kunt u het doornummeren in één richting vergrendelen.
Met deze stappen kunt u eenvoudig doornummeren in Excel en gegevens snel en efficiënt ordenen.