Wat is het Inductieprobleem van Hume?

Het Inductieprobleem van Hume, genoemd naar de 18e-eeuwse filosoof David Hume, verwijst naar de vraag hoe we kunnen vertrouwen op inductieve redeneringen om tot kennis te komen. Inductie is het proces waarbij we vanuit specifieke gevallen algemene conclusies trekken. Bijvoorbeeld: we zien dat alle zwanen die we ooit hebben gezien wit zijn en trekken daaruit de algemene conclusie dat alle zwanen wit zijn.

Het Inductieprobleem stelt dat deze conclusie niet zeker is, omdat we nooit alle zwanen hebben gezien. Het probleem is dat we alleen inductief kunnen redeneren op basis van onze ervaringen uit het verleden, maar dat onze ervaringen beperkt zijn en geen zekerheid bieden over de toekomst. Met andere woorden, zelfs als we miljoenen witte zwanen hebben gezien, kunnen we nog steeds niet zeker zijn dat we in de toekomst geen zwarte zwaan zullen tegenkomen.

Hume concludeerde dat inductie niet kan worden gerechtvaardigd op basis van de rede alleen. Hij betoogde dat het enige wat we kunnen doen, is vertrouwen op gewoonte en de regelmatigheden die we hebben waargenomen in het verleden. Dit betekent dat onze inductieve conclusies altijd onzeker blijven en dat er altijd ruimte is voor het onverwachte en het onvoorspelbare.