Het onderscheid tussen weer en klimaat is gebaseerd op drie belangrijke elementen: tijd, omvang en voorspelbaarheid.
Tijd: Weer verwijst naar de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment of op korte termijn, meestal gemeten in uren, dagen of weken. Klimaat daarentegen verwijst naar de gemiddelde toestand van de atmosfeer over een langere periode van tijd, vaak gemeten in tientallen jaren of meer.
Omvang: Weer is lokaal en kan van plaats tot plaats verschillen. Het kan ook snel veranderen, afhankelijk van de beweging van de atmosferische systemen. Klimaat daarentegen is een breder patroon van weersomstandigheden dat zich over een groot gebied uitstrekt en relatief stabiel blijft gedurende een langere periode van tijd. Klimaat wordt beïnvloed door de geografie, breedteligging en andere factoren die van invloed zijn op het temperatuurbereik en de neerslag in een bepaalde regio.
Voorspelbaarheid: Het weer is moeilijk te voorspellen, zelfs met geavanceerde weertechnologie en modellen. Dit komt omdat het weer snel kan veranderen en sterk afhankelijk is van lokale omstandigheden. Klimaat daarentegen is relatief voorspelbaar op de lange termijn, omdat het wordt bepaald door de gemiddelde omstandigheden over een lange periode van tijd en niet sterk wordt beïnvloed door korte-termijnschommelingen in het weer.
Kortom, weer verwijst naar de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment of op korte termijn, terwijl klimaat verwijst naar de gemiddelde toestand van de atmosfeer over een langere periode van tijd. Het begrijpen van de verschillen tussen weer en klimaat is belangrijk voor het begrijpen van de patronen en veranderingen in de atmosfeer en voor het nemen van beslissingen op het gebied van landbouw, stedenbouw en natuurbeheer.