Vasodilatatie verwijst naar de verwijding van de bloedvaten, met name de slagaders, die ontstaat door een ontspanning van de gladde spieren in de wanden van de bloedvaten. Er zijn verschillende mechanismen die leiden tot vasodilatatie, waaronder:
Stikstofmonoxide (NO): een gas dat wordt geproduceerd door het endotheel (de binnenste laag van de bloedvaten). NO stimuleert de gladde spieren in de bloedvatwand om te ontspannen en zorgt zo voor vasodilatatie.
Prostaglandinen: hormoonachtige stoffen die in veel weefsels worden geproduceerd. Ze kunnen een ontspannend effect hebben op de bloedvatwand, waardoor vasodilatatie ontstaat.
Calciumantagonisten: medicijnen die de toegang van calciumionen tot de gladde spieren van de bloedvatwand blokkeren, waardoor de spieren ontspannen en de bloedvaten verwijden.
Kaliumkanaalopeners: medicijnen die de opening van kaliumkanalen in de gladde spieren van de bloedvatwand stimuleren, waardoor de spieren ontspannen en de bloedvaten verwijden.
Adenosine: een stof die van nature in het lichaam voorkomt en een ontspannend effect heeft op de bloedvatwand, waardoor vasodilatatie ontstaat.
Warmte: hoge temperaturen kunnen leiden tot vasodilatatie, waardoor de bloedvaten in de huid verwijden en het lichaam warmte kan afvoeren.
Hypercapnie: een verhoogd koolstofdioxidegehalte in het bloed kan leiden tot vasodilatatie om zo de zuurstoftoevoer te vergroten.
Het is belangrijk op te merken dat vasodilatatie een belangrijk mechanisme is voor het reguleren van de bloeddruk en het transport van voedingsstoffen en zuurstof naar de weefsels. Het kan ook worden geïnduceerd door bepaalde medicijnen om de symptomen van aandoeningen zoals hypertensie en angina pectoris te behandelen.